Onlangs las ik in het boek ‘Het vrouwenbrein’ van Iris Sommer dat de interesses die je als kind hebt, een blauwdruk zijn voor je hele leven. Jongens fixeren zich vaak meer op objecten, meisjes meer op een verzorgende rol door te spelen met barbies en poppen. Ik had het geen van tweeën. Er waren slechts twee passies in mijn leven: boeken en dieren. Van jongs af aan sleepte ik overal mijn pluche kat (fluffy wit, met een roze neusje) en mijn stoffen Knorretje mee naartoe. Mijn imaginaire vriendjes waren honden. Ik droomde dat ik onderdeel was van een roedel. En daarnaast las ik. All the time. Uren bracht ik door in de bibliotheek, zodat de bibliothecaresses allemaal mijn naam kenden. En ik schreef verhaaltjes: ‘De poes en de hond’, ‘De twee puppies’.
Het is niet verbazingwekkend dat die duale passies mijn leven hebben gevormd. Van mijn werk bij boekhandels Athenaeum en Books & Bubbles en uitgeverij Van Oorschot tot mijn carrière als freelance redacteur en tekstschrijver. En van mijn voormalig hondenkindjes Scrappy en Luna tot mijn huidige Roemeense viervoeter Foxy Roxy. In de kern ben ik niet veranderd, maar wel heb ik veel geleerd over boeken en schrijven. Dingen waar ik nu met De Boekmakers andere lezers en schrijvers blij mee kan maken.